Timon over Timon van AtheneMet het stuk ‘Timon van Athene’ heb ik een rare relatie. Ik kwam de titel voor de eerste keer tegen toen ik in de Winkler Prins encyclopedie op zoek ging naar mijn naam en stuitte op de tragische titelheld uit Shakespeares stuk. Jaren later zag ik dat voor het eerst live in de Jaarbeurs in Utrecht. Regisseur Jos Thie had gekozen voor een spektakelaanpak (iets waar hij wel meer in grossiert): circusartiesten in de nok, straatzangers, acrobaten… Het zag er spectaculair uit, maar toch raakte het me niet. Waarschijnlijk overschaduwde het tumult de inhoud.
Pas toen ik twee jaar geleden een versie van het Maastrichtse gezelschap Het Volk zag gingen mijn ogen open. Niet alleen hadden ze rücksichtslos in het stuk gehakt (van de 45 personages bleven er zo’n 15 over), waardoor veel overbodige scenes sneuvelden, maar tevens slaagden ze erin om de thematiek van het stuk helder en overtuigend over het voetlicht te brengen. Het ging over economie, over bezit en schulden, maar ook over vriendschap, trouw en solidariteit.
Toen ik me de afgelopen maanden meer en meer verdiepte in ‘Timon’ vielen er steeds meer puzzelstukjes op hun plek.‘Timon van Athene’ is één van Shakespeares ‘problem plays’, de verzamelnaam voor stukken die -net zoals ‘De storm’ en ‘Maat voor Maat’- niet eenvoudig te duiden zijn, en nog minder makkelijk in een vakje te stoppen.
Het laat ons intussen met een probleem achter. Integraal is ‘Timon van Athene’ haast niet te spelen zonder het publiek in verbijstering achter te laten. Toch wilde ik de kern van het stuk, met de fascinerende vraag: in hoeverre is vriendschap een economisch ruilmiddel? intact laten en daarmee de helderheid van het verhaal overbrengen.
Het kostte me maanden van bewerken. Puzzelen, keuzes maken: welke personages kunnen weg, welke samengevoegd? Welke teksten moeten blijven, waar kan geschrapt en gekapt worden (een bevriende dirigent keek me ooit verbijsterd aan toen ik hem vertelde met welk gemak vandaag de dag klassieke teksten worden bewerkt. “Ik schrap toch ook geen maten uit Mozart!”, bracht hij verontwaardigd uit).
Uiteindelijk ben ik uitgekomen op een stuk van 75 minuten, met zo’n 15 rollen, geschikt voor 10 spelers (en nu heb ik het nog niet eens over alle problemen qua rolverdeling, waarbij 7 vrouwen en 3 mannen verdeeld moesten worden over rollen die slechts 2 vrouwenpersonages -beiden prostituee- bevatten). Het thema ‘de vergankelijkheid van bezit’ en de vraag ‘is vriendschap een economisch ruilmiddel?’ brachten Tonneke en mij (Tonneke in eerste instantie) op het idee om het stuk te gaan spelen op een afvalterrein. Het leek een prachtig idee: Timon tussen het vuil, de afgedankte televisies en computers, terwijl vrachtwagens bergen nieuw afval afleveren. Het afvalscheidingsstation van de gemeente De Bilt, dát moest het worden. Een volkomen andere sfeer dan die bij onze eerdere romantische komedies op Ruigenhoek en Eyckenstein. De ideeën buitelden over elkaar heen: vrachtwagens, containers, troep, ruig. Helga ging enthousiast aan de slag met kledingontwerpen.
We hebben gemerkt wat het stuk van ons vraagt: betrokkenheid, openheid, kwetsbaarheid. Een volkomen ander repetitieproces dan in voorgaande jaren. We staan emotioneel naakter en kwetsbaarder tegenover elkaar en tegenover het publiek. Niemand kan zich verschuilen achter kunstjes, trucjes en gewoontes. En we zijn van Timon van Athene gaan houden: zijn nukken, zijn grillen, zijn onvoorspelbaarheid, zijn levenslust, zijn pijn. Wat een man. Wat een stuk.
|
VoorstellingenVolg ons op
| Over Theater in ‘t GroenDeel deze pagina | Schrijf u in voor onze nieuwsbrief | Neem contact op |
Onze partnersDaartoe mogen we rekenen: Gemeente De Bilt, Prins Bernard Cultuurfonds, kfHein fonds, VSB fonds, Stichting van Ewijck van Oostbroek en De Bilt Fonds, Rabo Stimuleringsfonds, Stichting Mens en zijn Natuur, onze trouwe “Vrienden van Theater in ’t Groen” en uiteraard zien we het publiek dat onze voorstelling bezoekt ook als partner. |